Eigenlijk win ik vrijwel nooit een discussie. Hoewel ik op papier behoorlijk goed uit mijn woorden kan komen, is dat ‘live’ in een gesprek nog wel eens heel anders.

Ik ben niet iemand van een veelheid aan argumenten. Meestal heb ik er maar één of twee die ik vol passie en emotie herhaal. Daarmee win je over het algemeen geen debatten of discussies.

Maar bij één gelegenheid won ik met vlag en  wimpel. En dáár moest ik vanavond ineens aan terug denken. De verdediging van mijn scriptie bij het afstuderen van mijn studie journalistiek. Ik had een scriptie geschreven over idealisme in het journalistieke vak. ‘He shoots to change the world’, las ik over een oorlogsfotograaf. Dat liet me nooit meer los en inspireerde me tot het onderzoek voor mijn scriptie. En ik besefte dat ik dat ook wilde doen in mijn werk, in mijn leven. De wereld veranderen. Op het terrein waar ik geplaatst ben.

Mijn twee examendocenten probeerden het op allerlei manieren en met vele argumenten. Maar niets hielp. Ik pareerde alles en mijn missie stond vast. Na het mondelinge examen restte hen nog één ‘wijze vaderlijke’ uitspraak: jij gaat jezelf nog wel tegenkomen. Want met zulke grote idealen zijn de meesten gedoemd om met hun hoofd tegen een muur aan te lopen.

Nou.. om heel eerlijk te zijn veranderden mijn grootse idealen met dat ik trouwde en kinderen kreeg. Werk werd een bijzaak. En zo kon ik zelfs komen te werken voor een alcoholfabriek. Mijn idealen gingen zitten in mijn gezin en het opvoeden van de kinderen. En een lichtje zijn in mijn directe omgeving. Die ‘grootse’ idealen van tijdens mijn opleiding verdwenen naar de achtergrond.

Weg bij de alcoholfabriek ging ik een fotografieopleiding volgen. En toen kwam de dag dat we iets moesten vertellen over een fotograaf die ons inspireerde. Meteen kwam hij terug in mijn gedachten, zo vele jaren later: James Nachtwey. Er begon weer iets omhoog te komen van mijn ‘studentenpassie’:-).

Een aantal weken later moesten we een ontbijtstilleven fotograferen. Stillevens: niet echt mijn ding. Ik stelde het uit en wist niet wat te doen. Tot ik op 9 februari de eerste krant van mijn proefabonnement op de Volkskrant op de deurnat zag liggen. Op de voorpagina een grote kop: vier jaar oud en maar elf kilo. Met een grote foto van een verhongerend kindje. Meteen wist ik wat mijn ontbijtstilleven ging worden. Want ik moest denken aan het contrast met onze Hollandse welvaart, waar kinderen vaak zelfs hun korstjes mogen laten liggen en hun drinken halfopgedronken laten staan. Wat een schrijnend contrast. Dat maakte ik zichtbaar in mijn ‘ontbijtstilleven’.

Maar die krant en dat schrijnende lieten me niet meer los. Ik besloot ook één van mijn examenopdrachten voor fotografie hieraan te wijden. In kranten worden we met zó veel geconfronteerd… maar na het lezen gaan de kranten bij het oud papier en gaan wij door met ons leven. Ráákt het nieuws ons nog wel echt? In mijn serie probeer ik juist die dingen die zo raken, eruit te nemen, zodat ze nog méér raken. En blijven hangen. Aan het denken zetten.

Ik nam proefabonnementen op vijf kranten in een paar maanden tijd.
Eigenlijk was dat best heel heftig… want wat staat er veel heftigs in de krant. Het deed me nog veel meer dan ik dacht. Kiezen zou nog een uitdaging gaan worden. Maar al snel was daar die voorpagina die me trof. Midden tijdens het WK voetbal in Brazilië werd er een grote aanslag gepleegd in Bagdad. De zóveelste aanslag. Het was zomervakantie, maar ik ging toch speciaal even naar de winkel om te kijken welke kranten aandacht hadden voor die aanslag. De krant waarop ik toen een proefabonnement had, had op zijn voorpagina alleen maar aandacht voor de uitgeschakelde IJslandse ‘helden’. In de winkel zag ik dat dat eigenlijk voor bijna alle kranten gold. Trouw zette beide op de voorkant. Een schril contrast. Een contrast dat bleef hangen en uitmondde in deze foto.

img_9537

Ik bewaarde vele kranten. Niet alles kon ik vangen in een beeld. Maar een boel krantenkoppen en foto’s wel:

  • een bericht over abortus: Is abortuspil binnenkort bij de huisarts af te halen?

img_0226-bewerkt

  • een prachtverhaal uit de VS: Het moorden gestopt met een barbecue

img_0350-bewerkt

  • een mooi verhaal in De Volkskrant over ds. Bottenbleij: Waar God weer wordt gehoord

img_0229-bewerkt

 

  • een emotioneel verhaal in het AD: In naam van de kinderen: stop de bommen

img_9795-bewerkt

  • een krant uit Amerika, 11 september vele jaren later: ’to them it’s history, just like Pearl Harbor’

img_1000-bewerkt

  • een van de verhalen over de doodgeschoten oorlogsfotograaf: de vergeten oorlog werd zijn laatste

img_0269-bewerkt

  • een klein berichtje in de weekendbijlage van Trouw: overspel na 21.00 uur

img_0198-bewerkt

  • een grote foto en een klein berichtje: vergeten leed in Nigeria

img_9831-bewerkt

 

Deze foto van het vergeten leed stond in de krant op de dag dat ik mijn serie al opgestuurd had om geprint te worden. Maar toen ik die foto zag wist ik dat ik toch nog niet klaar was. De tranen sprongen me in de ogen. Er is zóveel leed op het nieuws, maar er is nog zóveel meer leed waar we eigenlijk helemaal niets over horen. Ook deze foto moest gemaakt worden. Voor mijn examenserie was het daarna genoeg. Maar de verhalen laten me niet meer los. Net na het afdrukken van ook deze foto werd ik via facebook geconfronteerd met een heel schrijnend verhaal in Trouw over wéér een vergeten oorlog: die in Jemen. Op de foto een stervend kind met ledematen zo dun als stokjes. De tranen sprongen in mijn ogen. Ik dacht: ik ben nog niet klaar! En eigenlijk besefte ik meteen dat deze serie nooit ‘af’ is en zal zijn… want in de wereld waarin wij leven, is er zóveel schrijnends wat ons raakt – of misschien wel niet eens meer raakt. Zóveel verborgen – en niet verborgen – leed, maar ook zóveel moois. Ik zou mijn hele leven door kunnen gaan met deze serie.

Op een zondagavond keek ik naar Nieuwsuur. Ook die hadden – eindelijk – oog voor de ‘vergeten’ oorlog in Jemen. Vol verschrikkelijke beelden van hongerlijdende kinderen. In die reportage werd gezegd dat Saudi Arabië Jemen bombardeert met wapens die ze van Amerika en Groot Brittannië krijgen. Die landen zullen er wel een belang bij hebben – een belang dat voor ons gewone mensen niet te begrijpen is. Ofzo.

Ik dacht terug aan een van de andere krantenfoto’s die ik maakte:

  • een interview met Arie Slob: Politiek maakt geen mooier mens van je

img_0164-bewerkt

Het duurde lang voordat deze foto tot stand kwam. Want ik had die krant al weken in huis, maar vond nog niet de vorm waarin ik die foto moest maken. Tot ik een keukenkastje schoonpoetste en zag hoe smetteloos wit het werd. Ineens wist ik het. De krant kwam in dat smetteloos witte kastje te liggen. Schril contrast. Na het bekijken van de Nieuwsuur-reportage over Jemen, dacht ik maar één ding: wat is politiek toch smerig! En wat zien we veel verschrikkelijke gevolgen van politieke beslissingen. Of dat nou in Jemen is, of in Syrië, of in Nederland, of waar dan ook…

Nee, ik ben niet tegen de politiek. Ik stem altijd. En dat blijf ik vast ook doen. Maar daar waar we over de rug van andere landen, groepen of mensen onszelf, ons eigen land of een ander land bevoordelen… bah wat is dat erg. In Jemen zien we daar weer de gevolgen van.

Zo kwam ik tot een serie van 11. Mijn proefabonnementen stopten, de kranten kwamen niet meer en eigenlijk voelde dat vreemd ‘leeg’. Na drie maanden heel intensief met het nieuws bezig geweest te zijn, leek het ineens wel alsof ik nergens meer van op de hoogte was. Natuurlijk keek ik naar het Journaal en Teletekst en op internet naar nieuws, maar ik besefte wel ineens dat het nieuws zo ‘op papier’ wel heel rechtstreeks naar je toekomt. Het raakte me meer.

En nu is mijn examen geweest, heb ik een heel mooi resultaat behaald met onder andere deze serie. En nu? Het is niet iets wat je voor de sier aan de muur hangt. Want het is gewoon heftig. Ze komen voorlopig in de kast te liggen. Maar hiermee bezig zijn heeft me heel veel gedaan. En dat wil ik niet meer helemaal kwijtraken. Ik wíl weten wat er allemaal gebeurt in de wereld… ik wíl geraakt blijven worden! Dus wie weet krijgt dit nog eens een vervolg :-).